“De mentale problemen van jongeren mogen veel serieuzer genomen worden”
Ze hoeft niet te stressen over haar cijfers, maar ze is wel gestrest. Ze kan niet meer. Het afgelopen jaar is het meest stressvolle jaar uit haar leven geweest. Tijdens het leren kreeg Elze onlangs een mental breakdown en schreef ze haar frustraties op papier. Het werd een ingezonden brief aan de Volkskrant, waarin ze deelt hoe het afgelopen jaar voor haarzelf en jongeren is geweest. In de rubriek Een ander geluid: Elze van Houtum (17).
Ze zit in haar eindexamenjaar op het Amsterdam Lyceum, het jaar waarin de cito voorop staat. Vanaf de bovenbouw werk je volgens Elze naar het examen toe en leer je vragen te geven op antwoorden. “Het gaat om de Cito en de schoolexamens: wat is de manier om de vragen die je straks krijgt te kunnen beantwoorden. In de bovenbouw ben je voornamelijk bezig met overgaan en examens halen.” Ze neemt een zesjescultuur waar, waarbij het vooral gaat om net een voldoende te halen, en niet om echt iets te leren en jezelf te ontwikkelen.
Zonder veel moeite had ze dit jaar cum laude kunnen slagen, maar dat lukt niet meer. Dat is een kwestie van motivatie. Die is weg, bij haar en bij vele jongeren, sinds de coronacrisis. Daarbij wil ze naar de theaterschool, dus is er volgens haar niet echt een reden om hoge cijfers te halen. “Het ging eigenlijk per ongeluk. Vanaf de bovenbouw ging ik hoge cijfers halen omdat ik vakken geselecteerd heb waar ik goed in ben.”
“Opeens zat ik hele dagen thuis”
Elze omschrijft het afgelopen jaar als “heel heftig”. Het vervelendste vond ze dat er zo weinig contact was en dat alles continu veranderde. “Telkens als ik begon te wennen, was er weer iets nieuws. Dan weer even naar school, dan weer online, dan weer halve dagen.” Ze is moe, en dat ziet ze ook bij anderen. “We zijn uitgeput en hebben geen motivatie meer. Qua cijfers heb ik nergens last van, maar mentaal heb ik het als super zwaar ervaren. De wereld stond opeens stil. Ik was een druk leven gewend, had nooit ergens tijd voor, want ik was altijd bezig met mensen zien, trainen en afspraken. Opeens zat ik hele dagen thuis.”
Wat ze om haar heen ziet bij leeftijdsgenoten is stress, heel veel stress. “We kunnen geen normale dingen doen die ons gelukkig maken, zoals onze vrienden zien. Dat in combinatie met het lesgeven dat continu veranderde en dat we veel meer verantwoordelijkheid kregen, vond ik wrecking. Ik heb voor het eerst in mijn leven paniekaanvallen gehad. En wat lees ik in de media? Dat onze cijfers onder deze situatie lijden. Dat klopt voor mij niet, want mijn cijfers zijn prima. Ik heb alleen zoveel stress in mijn lichaam, waarvan ik niet weet hoe ik ermee om moet gaan. Ik ervaar een constante vermoeidheid, en dat zie ik ook mij heen.”
Op een gegeven moment hield ze gewoon haar pyjama aan. “Je komt in een heel saai routine terecht. Mijn dagen bestonden uit thuis zijn, af en toe een wandeling tussendoor maken en wat eten. Je moest je aan zoveel nieuwe regels vasthouden. Alles kost meer energie op deze manier: voldoende afstand houden, maskers op.” Is er voldoende rekening met jullie gehouden? “Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat er veel mensen waren die wel iets wilden doen, maar dat het gewoon te ingewikkeld was. Er is te weinig aandacht en hulp voor de mentale gezondheid van jongeren, met name van rond de achttien.”
Gebrek aan contact
Een vriendin van Elze heeft het afgelopen jaar een depressie gekregen, vlak voordat ze achttien werd. Ze kreeg te maken met lange wacht- en vragenlijsten. “Er ligt te veel verantwoordelijkheid bij de persoon zelf. Dat vind ik onlogisch. Het is al lastig om toe te geven dat je hulp nodig hebt en dat je met iemand wilt praten. Als je dan ook nog eens duizend vragen moet invullen voordat er iets gebeurt, is niet heel motiverend.” Het duurt lang voor de omgeving door heeft dat het niet goed gaat met iemand. Een andere vriendin van Elze heeft ook last van depressies. “Je ziet dat iemand niet bereikbaar is, maar dat kan ook door de lockdowns komen. Er is nu een veel grotere afstand en een gebrek aan contact, waardoor het langer duurt voordat je opmerkt dat iemand niet oké is. We krijgen al snel te horen dat het bij de leeftijd hoort en dat het door de hormonen komt. Ja, dat kan wel, maar dat zeg je ook niet tegen een vrouw in de overgang. Leeftijd kan een verklaring zijn, maar is geen excuus.”
Naast haar vriendinnen die last hebben van een depressie heeft ze een vriendin die een eetstoornis heeft ontwikkeld. “Ze deed aan het begin van de lockdown heet gemotiveerd workouts vanuit huis. Je moet je dagen ergens mee vullen. Ze ging elke dag sporten en begon steeds minder te eten. Het was op een gegeven moment niet meer gezond. Het gaat dan niet meer om een beetje afvallen, maar om een serieuze eetstoornis. Een andere vriendin heeft al een paar jaar depressies en doet aan self harming. Tijdens zo’n lockdown voelen veel mensen zich eenzamer en is er minder sociale controle. Dat was voor haar heel lastig. Zo lang met jezelf zijn is voor veel mensen niet goed. Het gaat gelukkig nu wel wat beter met haar.”
“Ik vind dat elke school toegankelijke professionele hulp moet hebben”
Wat is er volgens Elze nodig om jongeren te ondersteunen? “Iedereen op school heeft een mentor waar je naartoe kan gaan, maar dit werkt niet goed. Dan is bijvoorbeeld je wiskunde docent ook je mentor, waar je nul band mee hebt. Als het niet goed met je gaat en het is meer dan even chagrijnig zijn, dan wil je dat aan iemand vertellen. Dan is het fijn als iemand wat meer zegt dan ‘hey, wat kut voor je’. Ik vind dat elke school toegankelijke professionele hulp moet hebben, iemand die weet wat hij of zij doet en ziet dat het met iemand niet goed gaat. Veel problemen kunnen niet opgelost worden met een random docent. De mentale problemen van jongeren mogen veel serieuzer genomen worden. Dat gebeurt nu niet en dat is heel frustrerend kan ik je vertellen. Als het niet goed met je gaat, beïnvloedt dit je hele leven, en dus ook je schoolprestaties. Het is zonde als jongeren blijven zitten of lage cijfers halen omdat het ze niet lukt om zichzelf te motiveren om iets te doen.”
Er komen meer berichten naar buiten in de media over drugsgebruik op middelbare scholen. Ook op haar school worden veel drugs gebruikt. Ze heeft tijdens de lockdown wiet gerookt, wat meer dan anders. Dit kwam voornamelijk door verveling. “Soms moet je op een dag maar één opdracht maken of heb je een paar uur les achter de computer. Dat is het dan. Door de online lessen was het makkelijker om bepaalde verantwoordelijkheden te ontwijken. Ik ben naar minder lessen gegaan en heb minder opdrachten gemaakt. Je kan niet naar een feestje, naar een winkel of de film, dus zit je thuis en ga je met een vriendin roken. Ik kan me voorstellen dat het drugsgebruik omhoog is gegaan, alcohol niet. Drinken gebeurt meestal in combinatie met feestjes.”
“We vinden het niet fijn om alleen te zijn”
Door het afgelopen jaar heeft ze ontdekt hoe sterk haar band is met haar vrienden en hoeveel tijd ze op school doorbrengt. “Je wordt met een grote groep mensen in een klaslokaal gestopt, waardoor je veel vrienden kan maken. Dat is belangrijk voor jongeren, contact. We vinden het niet fijn om alleen te zijn. Het is sowieso al een ingewikkelde fase waarin we zitten, met zoveel om over na te denken. Dan moet je niet te lang alleen zijn.” Inmiddels mag ze weer fulltime naar school. “Dat vind ik echt heel fijn. Dat gaat zeker van invloed zijn op mijn productiviteit.”
Heeft ze nog een advies voor scholen? “Communiceer met je leerlingen, want jullie weten vaak niet wat er in ons omgaat. Praat met ons en luister naar ons. En vraag niet alleen naar onze cijfers, want er is zoveel meer dan dat. Als een leerling een achterstand heeft, ligt dat niet alleen aan de stof, maar voornamelijk door spanningen en een gebrek aan motivatie. Door het afgelopen jaar is onze motivatie de grond in gedrukt. Ik merk ook dat ik me minder goed kan concentreren. Normaal kon ik een hele dag aantekeningen maken en nu na een halve les krijg ik de stof niet meer binnen. Meer jongeren hebben hier last van. Ze willen wel leren, maar het lukt niet. Daardoor gaan ze lager presteren en leggen ze meer druk op zichzelf. Dit gaan we de komende tijd nog veel zien. Mijn spanningsboog is letterlijk gehalveerd. Ik ben blij dat ik in mijn laatste jaar zit.”
Het maakt haar blij dat haar brief is geplaatst in de Volkskrant en dat ze dit interview mag geven. “Dan kan er meer begrip komen. Jongeren mogen meer betrokken worden in het gesprek. Wij ervaren net als iedereen problemen, maar wij hebben geen stemrecht. Het zou mooi zijn als er meer naar ons geluisterd wordt.”