In de spotlight: voorzitter Landelijk Expertisecentrum Sterven Ineke Visser
De afgelopen zeventien jaar heeft Ineke Visser zich intensief beziggehouden met sterven. Het was pas later in haar leven dat ze heeft gemerkt dat ze als klein meisje al weet heeft gehad dat onze realiteit uit verschillende lagen bestaat en dat ook sterven een gelaagd proces is. Ze is van mening dat het stervensproces een uitermate kostbaar proces is en dit is ook de voornaamste reden geweest om in 2016 de stichting Landelijk Expertisecentrum Sterven op te richten.
Sterven is een moment waarin we als mensen stil kunnen staan bij wat we achterlaten maar ook bij wat we verwezenlijkt hebben in onszelf en wat we meenemen, aldus Ineke. Ze vertelt dat ze net gescheiden is en haar naam sinds kort veranderd heeft van Koedam naar Visser. “Ik ben 28 jaar samen geweest. Scheiden raakt aan sterven. Het is het oude vertrouwde loslaten en het nieuwe, onbekende tegemoet treden. De pijn doorleven. Ik vond het bijna niet te doen, het was en is een heel proces. Bij scheiden en sterven kom je de gelaagdheid van wie je bent tegen. Alles wat je hebt liefgehad en waar je houvast aan had moet je loslaten als je sterft: al je rollen, je overtuigingen, je relaties. Het is alles loslaten en dat wat je niet kent, aangaan. Dat roept angst op.”
Iets wezenlijks gaan doen
Ineke heeft lange tijd in het bedrijfsleven gewerkt, waarbij ze verschillende banen heeft gehad. “Op een gegeven moment werkte ik bij een telecombedrijf en in drie jaar tijd waren we vier keer overgenomen door een ander bedrijf. Ik was Training & Development Manager en moest telkens mee met de nieuwe koers. Het voelde niet meer zinvol en er zat een verlangen van binnenuit naar dienstbaarheid en iets te gaan doen wat ik echt te doen heb in het leven. Dat het iets wezenlijks moest zijn, wist ik ook. Ik ben geestelijke begeleiding gaan studeren aan de Universiteit van Humanistiek en toen ontstond het verlangen iets doen met sterven. In 2003 ben ik in een hospice gaan werken en sinds die tijd heb ik als vrijwilliger, coördinator, onderzoeker naar levenseinde-ervaringen en trainer in de terminale zorg gewerkt.”
In de zeventien jaar dat ze nu zich intensief bezighoudt met sterven is ze het als een kostbaar en wezenlijk proces van ieder mens gaan zien en daarmee heeft ze een diepe eerbied voor de weg van elk mens ontwikkeld. “We hebben het hier op aarde toch maar te doen en dat is niet niks. Door alle stappen die ik heb gezet, heb ik uiteindelijk de vervolgstap gezet die bestond uit het opzetten van de stichting. Mijn doel is om kennis en wijsheid over het proces van sterven in de wereld te brengen. Sterven hoort bij het leven en is niet erg. Het is wel pijnlijk en verdrietig voor wie het leven moet loslaten en voor de achterblijvers. Dat vraagt om erkenning en compassie.”
Volgens haar is onze samenleving voornamelijk gericht op de fysieke kant van het sterven. “We zijn gewend geraakt aan alle medische mogelijkheden en aan het rekken van het leven. We worden steeds ouder en zijn voornamelijk op de fysieke en materialistische kant gericht. Maar op het emotionele, mentale en spirituele vlak gebeurt juist veel als iemand sterft. Het stervensproces is veel ruimer dan hoe we er nu naar kijken. Met de stichting willen we mensen meer bewust maken van het stervensproces en ze kunnen bij ons terecht als ze meer willen weten. Er is al geruime tijd veel discussie over voltooid leven en euthanasie. Daar wilde ik iets naast zetten door aandacht te geven aan het gewone sterven.”
Maakbare samenleving
De meeste mensen hebben een gewoon sterfbed, aldus Ineke, zonder ingrijpen en euthanasie. “Door onbekendheid met sterven, is er veel angst. Ik ben niet tegen euthanasie, maar ik zou wensen dat mensen beslissingen nemen op basis van vertrouwen, kennis en inzicht. Als je meer weet, maak je wellicht andere keuzes. We leven in een maakbare samenleving, waardoor we ook sneller geneigd zijn te denken: oh, dat lijden, dat hoeft voor mij niet. Als het voor mij genoeg is, dan stap ik eruit. Ik zeg het nu heel makkelijk, maar het is wel belangrijk dat mensen die meer willen weten ergens naartoe kunnen. Dat ze weten dat sterven een grotere gelaagde betekenis heeft.”
De stichting heeft een opleiding van negen maanden ‘Intensive omgaan met sterven op post-HBO niveau’ voor mensen die werkzaam zijn met stervenden. Deze wordt met veel succes drie keer per jaar gegeven. In de opleiding leren mensen hoe ze in rust bij iemand kunnen blijven die sterft. “Als er boosheid of angst is, dan vraagt dit iets van de omstanders. Kan je bij het lijden van een ander zijn? Het vraagt als omstanders om een diepere rust in jezelf te ontwikkelen. Dat is een waardevolle bijdrage voor de persoon die sterft, want je geeft een bedding waarin hij kan sterven. Door de opleiding raak je vertrouwd met het stervensproces van een ander en dat van jezelf.”
Ze is zelf niet bewust bezig met haar eigen dood, in de zin van hoe ze het zou willen of hoe het eruit zou moeten zien. Maar Ineke denkt wel dat ze gaandeweg het sterven en de dood steeds meer heeft geïntegreerd in haar leven. “Ik geef zelf de opleiding en hierdoor verbind ik mij op een steeds dieper niveau met sterven en sterfelijkheid. Sterven is niet anders dan leven, het is eigenlijk intens leven.” Kijkt ze ernaar uit? Aarzelend: “Ja, in zekere zin wel, maar ik ben hier nog niet klaar denk ik. Als het zo ver is, kan ik alleen maar hopen dat ik het aanga en met vertrouwen tegemoet treed. Er zit wel iets verwachtingsvol bij mij ten aanzien van sterven, maar ernaar uitkijken is een groot woord. Ik ben namelijk nog wel gehecht aan het leven.”
Wie we ten diepste zijn
Door de coronacrisis zijn er in het plaatselijke hospice waar ze woont te weinig vrijwilligers. “Ik heb me weer aangemeld. Als hierdoor het hospice open kan blijven, vind ik dat belangrijk. Het zijn de plekken waar kennis en wijsheid over sterven beschikbaar is. Wat ik geleerd heb van al die mensen die ik van dichtbij heb zien sterven, gaat over de vraag wie we ten diepste zijn. Zijn we ons lichaam, zijn we onze rollen? Ik kan bijvoorbeeld wel zeggen dat ik moeder of docent ben, maar ben ik dat ook? Mensen die sterven gaan zich steeds minder identificeren met hun lichaam, rollen, status en roem. Wat ik observeer, is dat al hun rollen en alles wat ze dachten te zijn, verdwijnt. Dat sterft. Dus dan blijft de vraag wie we zijn over. Die is heel belangrijk. Als je weet: dit is een rol, dit is niet wie ik ben, en dit geldt ook voor religie en geaardheid, eigenlijk voor alle concepten die wij van onszelf maken, dan maakt dat dat je heel anders in het leven komt te staan. In onze maatschappij weten we eigenlijk niet zo goed meer wie we zijn en dit leidt tot veel problemen. Soms hebben we er wellicht geen woorden voor, maar ervaren we dat we liefde zijn.”
Sterven is volgens Ineke een autonoom proces, het gebeurt aan ons, we kunnen het niet regisseren. “Het vraagt om overgave. Het leven biedt ons steeds weer momenten om dat te oefenen. Het helpt ons om het verzet, dat ons lijden groter maakt, op te geven. Sterven is een heel groots proces in een mensenleven en iedereen doet het op zijn of haar eigen manier. Het zou mooi zijn als er een stervenscultuur komt die niet gestoeld is op angst, beheersing en controle, maar die zegt: sterven, dat hoort bij het leven. Als je je verzet ertegen opgeeft, en vertrouwen hebt, wordt het sterven anders, en dus ook het leven.”