In de spotlight: Samia Sheikh
Samia Sheikh is een eerstejaarsstudente Verpleegkundige aan de Hogeschool Rotterdam. Naast haar studie beoefent zij een hele bijzondere sport, die vooral populair is bij mannen: Kyokushinkai Karate. “Ik heb bewondering voor vrouwen in deze sport.”
Kyoku betekent letterlijk ‘het uiterste’, Shin betekent ‘de waarheid’ en Kai betekent ‘samenwerken’. De sport vereist dus veel discipline. “Al sinds kleins af aan heb ik een grote voorliefde voor Oosterse vechtkunsten. Mijn idool was vroeger Mulan (Disney karakter, red.) en ik wilde er alles aan doen om net zo goed te worden als Mulan. Ik bewonderde haar passie, kracht en doorzettingsvermogen.” Omdat Samia’s ouders dit wisten, mocht zij op vijfjarige leeftijd op Judo. Volgens Samia was dit geen groot succes. “Dit had vooral te maken met de leraar. Ik vond hem niet serieus genoeg. Hij zat voornamelijk aan de bar koffie te drinken en te kletsen met de ouders. Ik vond dat hij feedback moest geven.”
Pas op haar vijftiende begon Samia weer met sporten. Het idee om aan een karateles mee te doen, kwam eigenlijk van haar moeder. “Mijn moeder vond het interessant en stelde het idee aan mij voor. Ik vond het enerzijds leuk en anderzijds doodeng. Ik was destijds erg verlegen. Inmiddels beoefen ik deze mooie vorm van sport meer dan vier jaar.”
Gelijkheid
“Het is bijzonder dat vrouwen in Kyokushinkai Karate flink in de minderheid zijn. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de oorsprong van de sport. In de jaren zestig is de sport alleen maar met mannen begonnen. Als ik vrouwen tegenkom op trainingen of wedstrijden, dan vind ik het leuk om met ze te socializen. Ik heb bewondering voor vrouwen in deze sport. Vrouwen in de Kyokushinkai Karate zijn, naar mijn mening, sterke vrouwen. Zowel mentaal als lichamelijk. Ik train meestal ook liever met vrouwen dan met mannen. Vrouwen hebben meer begrip en beseffen sneller wanneer iemand pijn heeft. Toch wordt iedereen binnen de sport gelijk behandeld. Ongeacht je geslacht, leeftijd en achtergrond.”
Trotse ouders?
“Mijn moeder vindt het leuk dat ik deze sport beoefen. Ik weet dat ze trots op me is. Mijn vader daarentegen is niet heel blij dat ik Kyokushinkai Karate doe. Hij is van mening dat vrouwen niet moeten sporten, laat staan een vechtsport! Dit komt mede door zijn geloof, de Islam. Hij komt ook nooit naar een training of wedstrijd kijken. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat zelfs moslima’s, met of zonder hoofddoek, ook deze sport beoefenen. Ik hoop dat hij dit ooit op een dag zal inzien en trots kan zijn op zijn dochter als karateka.”
Samia heeft veel redenen om door te gaan met Kyokushinkai Karate. “De discipline, wederzijds respect en de samenwerking zijn de drie punten die deze sport voor mij zo bijzonder maken. Respect en discipline komen duidelijk naar voren in de regels die wij in de dojo (oefenruimte, red.) hebben. Daarnaast gebruiken wij het respectvolle woordje osu. We gebruiken dit voor bijna alles. Denk aan groeten, afscheid nemen, een stoot incasseren en pijn voelen. Ook al kom je naar de training voor jezelf, je hebt altijd medekarateka’s die je bijstaan. Ze helpen en steunen je op de weg naar je zwarte band toe. Dit is zeker het eindstadium nog niet. Als je je zwarte band hebt, dan begint pas het echte werk!”
Samia traint in Schiedam bij Bassai Dai Dojo en nodigt elke vrouw uit om eens een lesje mee te trainen. “Wij vrouwen zullen die mannen wel eens laten zien dat wij sterk zijn en dat je met ons niet moet sollen, osu!”