In de spotlight: Marjolijn Hermus van Stichting Babyspullen
Ze werd op jonge leeftijd (21) moeder, wat niet geheel volgens planning was, maar wel heel erg gewenst. Samen met haar inmiddels man ging Marjolijn Hermus kijken hoe ze zo goed mogelijk hiermee om konden gaan. Er kwam veel support uit haar omgeving en voor ze het wist had ze alle babyspullen bij elkaar verzameld. Maar hoe is dat voor zwangere vrouwen die niet zo’n netwerk om zich heen hebben? Deze gedachte was de trigger voor haar Stichting Babyspullen.
Samen met haar vriend woonden Marjolijn op een studentenkamer, niet echt een plek om een baby te verwelkomen. Ze moesten op zoek naar een nieuwe woonruimte en er kwam veel op de aanstaande ouders af. “Je krijgt allemaal uitzetlijstjes en ik dacht meteen: hoe komen mensen aan al die spullen? Ik weet nog dat ik naar de HEMA ging en dacht: wat zijn Hydrofiele luiers en waarom zijn die zo duur? Maar goed, die heb ik uiteindelijk gekregen. Je hebt zoveel nodig als je voor het eerst moeder wordt, hoe doe je dat? Wij hadden veel hulp van familie en vrienden, maar dat heeft niet iedereen.”
Zestien vuilniszakken met babyspullen
Na de geboorte van hun eerste zoontje was Marjolijn bewust snel weer zwanger zodat ze daarna weer verder kon studeren. Toen hun tweede zoontje een half jaar oud was, had ze zestien vuilniszakken met babykleding. “Babyspullen zijn prima bruikbaar voor een volgende ronde. Wat me opviel, was dat er aan de ene kant een tekort is, maar er ook gezinnen zijn die met een overschot aan spullen zitten. Ik wilde die vraag en aanbod bij elkaar brengen. Hoe kan ik ervoor zorgen dat overgebleven babyspullen terecht komen bij mensen die het hard nodig hebben?”
In 2012 is Marjolijn met behulp van een vriendin en haar man de Stichting Babyspullen gestart. “Ik vroeg die vriendin of ze in het bestuur wilde, niet wetende dat de stichting zo groot zou worden. We zijn gestart op onze zolder, daar stonden ruim honderd bananendozen met babykleding en beddengoed. We hadden een aantal vrijwilligers die ons hielpen met uitzoeken. We kregen aanvragen via de mail binnen. Daar stuurden wij dan een pakket naar toe. Toen wisten we echter niet 100 procent zeker of deze vrouwen ook daadwerkelijk in nood waren en zo’n pakket nodig hadden.”
Dat was een reden voor de stichting om met intermediairs te gaan werken, mensen die de gezinnen goed in beeld hebben en daardoor kunnen inschatten of ze ook daadwerkelijk hulp nodig hebben. “Onze doelgroep is heel divers, van tienermoeders, mensen die met financiële tegenslagen te maken hebben en vluchtelingen, tot cliënten van de voedselbank. We hebben inmiddels een groot pand van 560 m2 dat we huren in Heerhugowaard, waar alle spullen worden opgeslagen. We hebben in het hele land 240 inzamelpunten, en dat kunnen bedrijven of particulieren zijn. Iedereen mag inleveren: babykleding, beddengoed en verzorgingsproducten. Het gaat om kleine items, want het moet met de post mee. Dus geen badje of andere grote items.”
“Ze kunnen eindelijk van de zwangerschap genieten”
Ze begon met drie vrijwilligers, toen vijf en inmiddels heeft Marjolijn driehonderd vrijwilligers die haar helpen. Soms werken mensen van een dagbesteding vrijwillig voor de stichting. Elke week ontvangt ze gemiddeld 1.500 vuilniszakken met spullen die uitgezocht moeten worden. De vrouwen die de pakketten krijgen, zijn blij en dankbaar. “Ze kunnen eindelijk van de zwangerschap genieten. Ze denken vaak dat ze een slechte moeder zijn. We krijgen veel mailtjes, foto’s en filmpjes, of mensen komen langs. Het is heel zichtbaar wat de pakketten doen, en wij krijgen dit ook terug van de intermediairs.”
In Nederland worden 1 op de 9 baby’s in armoede geboren. Dit zijn vijftig baby’s per dag, waarvan de ouders niet in staan zijn om de basis benodigdheden in huis te halen om hun kind een goede start te geven. “Pakket 1 is 450 euro en pakket 2 is 350 euro waard. Regelmatig kopen we spullen ook nieuw, omdat we ze niet voldoende gedoneerd krijgen.” Er is veel taboe en schaamte rondom het krijgen van een kind en het niet in staat zijn om het te faciliteren. Daarom helpt Marjolijn het liefst vrouwen al tijdens hun zwangerschap. “De stress die een moeder heeft, heeft impact op de ontwikkeling van het kind, vooral de hersenen. Hoe eerder we helpen, hoe meer we in staat zijn om deze stress weg te nemen.”
Als moeders dus op tijd in beeld zijn, krijgen ze het pakket tijdens de zwangerschap. Dit gebeurt echter niet altijd. “Het komt voor dat een kraamverzorgster bij iemand thuiskomt en dat er dan nog niks is. Soms is er alleen een rompertje. Laatst kwam iemand bij een gezin en daar lag alleen een matras op een betonnen vloer. Dit waren vluchtelingen, maar dit komt soms ook voor bij mensen met psychische problemen. Onze doelgroep is heel breed, dus ook mensen die een goede baan hadden en waar alles mis is gegaan. We kijken niet naar de situatie, we kijken naar het kind. Die willen we een goede start bezorgen. Waar je wieg staat, kan bepalend zijn voor de rest van je leven. Het zou mooi zijn als we op een dag niet meer nodig zijn, maar dat zie ik voorlopig nog niet gebeuren.”
Heeft Marjolijn het gevoel dat ze een verschil maakt? “Zeker, maar ik doe het niet alleen. Ik ben begonnen met mijn man en een vriendin en het is mooi om te zien hoe ons werk zich als een olievlek aan het uitbreiden is. Steeds meer mensen haken aan, niet alleen familie en vrienden, maar mensen van overal vandaan die graag een steentje willen bijdragen. Alleen red ik het niet. Ik heb mensen nodig die de stichting een warm hart toedragen.”