“Witteboorden agressie is een vorm van pesten en we doen er allemaal aan mee”

Kleinerend, insinuerend, indirect, manipulatief, arrogant, uitsluiten, pesten en een neerbuigende toon; we hebben er allemaal dagelijks mee te maken op de werkvloer. Velen van ons vinden het lastig om met witteboordenagressie om te gaan, een term die auteur en trainer Jannie de Jong gebruikt voor dergelijk gedrag en manier van communiceren. Al 25 jaar geeft ze trainingen in het omgaan met geweld en agressie. En nu is daar het boek: HELP, ik word gemanipuleerd, dat inmiddels een bestseller is.

Gemiddeld één keer per jaar wordt er iemand binnen een organisatie geslagen. Dit wordt vervolgens breed uitgepakt in de media. Dit zijn volgens Jannie slechts incidenten. “Er wordt vervolgens alles uit de kast gehaald om ons te laten komen. Ik leg dan uit wat het verschil is tussen groffe agressie en instrumentele agressie. Schelden, bedreigen en seksuele intimidatie gebeurt vaak, maar als ik dan uitleg over de andere vorm van agressie, die bestaat uit manipuleren, neerbuigend doen, arrogantie, kleineren, uitsluiten en pesten, zeggen alle cursisten: dat komt elke dag voor en daar kunnen we niet mee omgaan.”

“Het is zo subtiel, ondergronds en gemeen, het maakt machteloos en boos”

Witteboordenagressie valt niet onder het strafrecht, dus negeren we het, ergeren we ons of geven we iemand zijn zin. “Het is een vorm van agressie die met voorbedachten rade wordt ingezet om je zin te krijgen. Je wilt er iets mee en je weet dat het werkt.” Zeventig procent van de cursisten die trainingen volgen bij Jannie en haar team zijn medewerkers. Het viel haar op dat ze allemaal willen oefenen met witteboordenagressie, omdat ze dit het moeilijkst vinden. Dit is de voornaamste reden dat ze haar boek heeft geschreven. “Het is zo subtiel, ondergronds en gemeen, het maakt machteloos en boos. Mensen gaan in reactie, de strijd aan, in discussie of verlaten de organisatie.”

We kennen het allemaal: de toon waarop iemand iets zegt, die ervoor zorgt dat we ons kleiner voelen, iets fout hebben gedaan of dat we ons veroordeeld voelen. “Ik was vanmorgen in de sportschool. Ik was mijn telefoon vergeten en kon dus geen QR-code laten zien. Ik mocht er niet in. Een van de medewerkers zei: goh, wat vervelend, wat zullen we doen? Ze had ook kunnen zeggen: daar kunnen we niets aan doen, volgende keer beter. Dat wordt dan op een toon gezegd waardoor je je weggezet voelt. Dat kan kwetsend zijn. Maar zoals het nu ging, was het heel vriendelijk. Ze lieten me zelf nadenken en een beslissing nemen. Witteboorden agressie is een subtiele vorm van agressie, die voelbaar is in de manier waarop iets wordt gebracht.”

“In een afhankelijke relatie is de manipulatie vaak nog sterker”

De vibratie waarin we spreken, het is voor iedereen voelbaar. Het kan je bevestigen, of je kan het gevoel krijgen dat je dom bent of iets verkeerds hebt gedaan. “Je voelt dat het niet klopt, en meestal volgt daarop een reactie of discussie. Of iemand druipt af. Dit is ook afhankelijk van je positie binnen een organisatie. In een afhankelijke relatie is de manipulatie vaak nog sterker. Dan heb je er dus meer last van. De witteboorden agressor is duidelijk te herkennen. Het is de collega die aardig is in je gezicht, terwijl je intuitite zegt dat er iets niet klopt. Het is de persoon die nooit een compliment geeft, altijd kritisch is, je negeert tijdens vergaderingen, je werk nooit goed genoeg vindt, die roddelt en ervoor zorgt dat je aan jezelf gaat twijfelen.

“Bij veel organisaties is witteboordenagressie onderdeel van de cultuur. Die zeggen: dat doen wij altijd zo. Het is geaccepteerd. Kijk naar het studentencorps, daar worden mensen opgevoed om dergelijke opmerkingen te maken om je beter te voelen dan de rest. Bij sommige mensen is het met de paplepel ingegoten dat anderen minderwaardig zijn. Soms zit het echt in de grondhouding en begint het dus bij de opvoeding. Kinderen worden wijs gemaakt dat ze beter zijn dan een ander.”

“Vaak zeggen we niets, uit angst om een reactie, zoals een klacht”

We hebben er dus allemaal mee te maken, maar we vinden het lastig om ermee om te gaan. “Het gaat altijd onder mijn huid zitten, hoor ik veel cursisten zeggen. Ze weten niet wat ze moeten zeggen. Er is ook de aanname dat als je er iets van zegt, het toch niet helpt. Wij leren ze dat als iemand zegt: “Hey, werk je hier net? Je bent wel heel langzaam”, zich te realiseren dat dit niet klopt. Wat je dan kan zeggen is: De manier waarop je dit zegt, ervaar ik als heel beledigend of neerbuigend. We leren cursisten om het te stoppen. De reden dat mensen dit moeilijk vinden is omdat ze van het gevoel van de underdog zijn naar de waardering voor zichzelf moeten gaan om van daaruit iets terug te zeggen. Vaak zeggen we niets, uit angst om een reactie, zoals een klacht. We houden ons liever stil.”

In de klas of op het schoolplein wordt dergelijk gedrag pesten genoemd. We gaan als volwassenen gewoon door met dit gedrag. “Klopt, het is een vorm van pesten en we doen er allemaal aan mee. Ik heb ook zo mijn manieren om iets voor elkaar te krijgen. We zijn daar heel getraind in.” De reden dat we dergelijk gedrag inzetten op werk, is omdat het effect heeft. “We manipuleren omdat de winst groot is. Met lelijk gedrag bereiken we iets. We vinden dat we ergens recht op hebben.”

“Je moet ze de winst laten zien als ze stoppen met hun calculerende gedrag”

Haar boek heeft ze geschreven om mensen bewust te maken van die stroming in de maatschappij, die zo geaccepteerd is, en die niet in het nieuws komt. “Ik wil mensen laten zien hoe je er anders mee om kunt gaan. Het gaat erom dat we voelen wat er met ons gebeurt als iemand iets zegt en dat we dit benoemen. En dan gaat het om begrenzen, of je loopt zelf weg. Je hoeft niet meteen je baan op te zeggen. Vaak denken mensen dat ze hun baas niet kunnen aanspreken op zijn of haar gedrag, maar dat is niet zo. Je moet ze de winst laten zien als ze stoppen met hun calculerende gedrag. Als jij er last van hebt binnen de organisatie, dan hebben anderen dat ook. Daar kan je van op aan.”

Er is volgens Jannie een onderzoek gedaan waarin is aangetoond dat er online meer agressie is naar vrouwen dan naar mannen. “Het verschil zit erin dat vrouwen die vooruitstrevend zijn, opvallen en een toppositie hebben, continu worden aangevallen. Zij krijgen allemaal witteboorden opmerkingen, zonder scheldwoorden. Online agressors zijn bedreven in het kiezen van woorden waardoor hun account niet wordt verwijderd. Ze gebruiken dus geen scheldwoorden, maar het is wel heel kwetsend. Ik denk: als het online zo is, dan zal het offline ook zo zijn.”

 

Gerelateerd

  • Tips om je eigen T-shirt te ontwerpen

  • Fotoserie van gevluchte kinderen

  • Boer Zoekt Vrouw: dit zijn de mannen die op zoek gaan naar een liefde

  • In de spotlight: directeur Schildklier Organisatie Nederland (SON) Rietje Meijer