Vrouwen sporten gemiddeld minder, zijn nauwelijks in de functie als trainer of coach te vinden en zijn ondervertegenwoordigd in het sportbestuur. Toch deden de Nederlandse vrouwen het opvallend beter dan de mannen tijdens de afgelopen Olympische Spelen.

Uit cijfers van het Mulier Instituut blijkt dat 67 procent van de Nederlandse vrouwen sport. Dit aantal ligt lager dan bij mannen: 69 procent. Maar wie naar de Olympische Spelen van afgelopen zomer heeft gekeken, ziet dat bijna alle Nederlandse medaille-winnaars vrouwelijk zijn. Het lagere aantal zegt dus niet dat vrouwen minder presteren.

Ook in de rol van bestuurder vinden we minder vrouwen terug dan mannen. Slechts 65 procent van de Nederlandse sportbonden heeft een vrouw in het bestuur. In alle Nederlandse besturen ligt dat aantal drastisch lager: 17 procent. Ook bij het Internationaal Olympisch Comité zijn er weinig vrouwen terug te vinden. Slechts 24 bestuurders zijn vrouwen, tegenover 91 mannen.

Vrouwen die dienen als coach of trainer komen zelfs sporadisch voor. Vaak worden meisjes- en vrouwenteams getraind door een man. Terwijl de mannenteams niet getraind worden door een vrouw. Slechts één vijfde deel van alle trainers of coaches in Nederland is vrouw.