In de spotlight: Ilona Molhuysen van Aker Uitvaarten Wassenaar
Het is mogelijk niet een baan waar je als kind al van droomt, maar voor Ilona Molhuysen was het heel logisch dat zij zeven jaar geleden de opleiding tot begrafenisondernemer deed, om vervolgens als funeral planner aan de slag te gaan. Er kan en mag tegenwoordig veel, en dit maakt het werk voor haar extra bijzonder. “Als je gecremeerd wordt, hoeft het afscheid niet in een crematorium plaats te vinden, maar kan het ook in een strandtent, tuin of theehuis. Er zijn tegenwoordig veel locaties waar je met een kist mag komen.”
Ilona heeft bewust zeven jaar geleden gekozen voor het begrafenis ondernemerschap. “Ik heb al veel meegemaakt door het overlijden van mijn beide ouders en mijn zusje. Daarbij heb ik zelf twee keer kanker gehad en was de dood bewust een tijd in mijn leven. Ik heb hierdoor geen angst voor de dood, en ook niet voor een lichaam van een overledene. Ik weet hoe waardevol hulp kan zijn na het verlijden van een dierbare. Ik heb zelf ervaren dat ik tijdens het overlijden van mijn familie graag meer ontzorgd had willen worden. Ik weet nu hoe belangrijk dat is en daarom is mijn kracht dat ik heel goed kan invoelen wat er nodig is als iemand overleden is. Mijn collega en ik ontzorgen en doen dus meer dan alleen de standaard regeldingen. Ik zeg altijd: ‘gaat niet, bestaat niet’. Zo overleed er onlangs een man op leeftijd waarvan de vrouw, na 55 jaar huwelijk, graag nog een paar dagen naast haar man wilde slapen. Het is wat meer gedoe voor ons, maar uiteindelijk heeft die vrouw nog de hele week tot de dag van de begrafenis naast haar man geslapen. Daar zijn wij voor.”
Ilona werkt samen met haar collega Simone Remmen en dit doet ze al vanaf het begin. “We werken nu alweer vijf jaar voor een franchise onderneming. Het samenwerken gaat heel organisch en natuurlijk. Vaak zitten wij bij een eerste gesprek met de familie al twee à drie uur te praten voordat we überhaupt aan het regelen toekomen. We willen eerst horen wat er is gebeurd en de tijd nemen om vragen te stellen.”
Ilona noemt zichzelf funeral planner, want volgens haar is een begrafenis of crematie een hele organisatie. “Er moet in die vier à vijf dagen tot aan een begrafenis veel geregeld worden. Of iemand nu oud is of niet, de dood aan zag komen of plotseling is overleden, het is voor nabestaanden altijd een ongelofelijke klap waar je je niet op kunt voorbereiden. De dingen die mensen in het normale leven prima kunnen regelen, kunnen ze na het overlijden van een dierbare niet. Ze zijn vaak lamgeslagen door verdriet, kunnen niet veel aan en komen de deur bijna niet uit, zeker na een ziekbed van de overledene. Soms regelen wij zelfs een kapper die aan huis komt, zodat ze zich weer wat meer mens voelen en in hun kracht komen te staan voor dag van het afscheid.”
“We praten nog steeds niet graag over de dood”
We doen gemiddeld één begrafenis per week, héél soms twee. Het gaat wel in periodes, want soms werken we aan één stuk door en hebben we geen dag vrij, en dan opeens is het zomaar twee weken rustig. We zullen altijd werk hebben en van alles komt voorbij: jong en oud, zelfdoding, ziekte, plotselinge dood en zelfs moord. Na afloop van een begrafenis praten we altijd na. Dan gaan we een kop thee of borrel drinken, om alles te laten bezinken. Met sommige families hebben we nog steeds contact, want je bent voor velen een soort van vertrouwenspersoon. Ze willen contact met je houden om die verbinding te blijven voelen.”
De afgelopen jaren heeft er volgens Ilona een mega ommezwaai plaatsgevonden. “Begrafenissen zijn veel persoonlijker geworden en er mag en kan veel meer. Mensen willen geen nummer zijn, zoals ze dit vaak in crematoria ervaren. Zo hebben we laatst een jonge man begraven, waarvan de familie en vrienden aangaven dat ze geen stemmige zwarte Mercedes wilden. Ze hebben toen een oude landrover gekocht en daarin is zijn kist vervoerd. Hiervoor moesten we de dag ervoor wel met een lege kist gaan passen, maar dat paste gelukkig. We praten nog steeds niet graag over de dood, maar we zijn ons wel veel bewuster van hoe we onze eigen begrafenis willen.”