Straatintimidatie komt niet uit de lucht vallen

Volgende week is het de internationale week tegen straatintimidatie. Onderzoek toont aan dat meer dan 80 procent van de Nederlandse vrouwen en meisjes seksuele intimidatie of geweld in de openbare ruimte heeft meegemaakt. Hoewel de meeste geweldsdaden worden gemeld bij de politie, is dat bij intimidatie zelden het geval. Dat komt omdat straatintimidatie in de meeste gemeenten nog geen strafbaar feit is, en omdat het vaak wordt geaccepteerd.

Vrouwen krijgen regelmatig te horen dat het hun eigen schuld is. Ze hadden niet alleen op die plek moeten zijn, ze hadden die kleding niet moeten dragen, ze hadden geen alcohol moeten drinken. In reactie hierop passen vrouwen hun gedrag aan om zich veiliger te voelen, bijvoorbeeld door op bepaalde plekken niet alleen in het donker te lopen. Of door zichzelf te bewapenen met hun sleutels, als geïmproviseerde boksbeugels. Of door hun kleding aan te passen, uit angst om intimidatie en geweld te veroorzaken.

De slachtoffers de schuld geven en verantwoordelijk maken is moreel onacceptabel, en het lost niets op. Het is áltijd de verantwoordelijkheid en de schuld van de dader. Straatintimidatie, of het nu vrouwen, meisjes, LGBTQI-personen, mensen met een beperking, etnische minderheden of anderen treft, heeft één grote gemene deler: bijna alle daders zijn mannen. Mannen die niet vinden dat alle mensen gelijkwaardig zijn, die denken dat ze het recht hebben anderen lastig te vallen en te intimideren. En we laten hen dat doen, door de boodschap af te geven dat “jongens nou eenmaal jongens zijn”.

Onderliggende normen aanpakken

Seksistische grappen en intimidatie laten zien welke normen worden getolereerd in de samenleving. Sommige mannen beweren dat ze ‘gewoon een grapje maakten’ of dat ‘het een compliment was’ en dat ze nooit een vrouw fysiek geweld aan zouden doen. Maar intussen houden ze seksistische normen in stand, die door mannen die vrouwen wel fysiek geweld aandoen worden gebruikt om hun gedrag te legitimeren. Onderzoek toont aan dat mannen die gewelddadig zijn tegen vrouwen seksistisch gedrag van andere mannen zien als een aanmoediging en legitimatie. Als we geweld tegen vrouwen willen stoppen, moeten we beginnen met het aanpakken van de onderliggende normen die dit gedrag legitimeren.

UN Women Nederland moedigt alle Nederlandse gemeenten aan om seksistische, homofobe en xenofobe normen en gedrag aan te pakken door ‘Safe Streets’ gemeente te worden. Safe Streets is een programma van UN Women, met veel aandacht voor participatie van vrouwen én mannen. Safe Streets-gemeenten voeren onderzoek uit waarbij ze hun inwoners vragen waar ze zich in de openbare ruimte niet veilig voelen en waarom, om de situatie in kaart te brengen en daarvoor een passende oplossing te ontwikkelen. Dat kan van alles omvatten; van verbeterde straatverlichting en trainingen voor personeel in de horeca tot een aanpassing van de Plaatselijke Verordening of rapportage van straatintimidatie via een app.

Safe Streets

Preventie moet echter altijd deel uitmaken van de oplossing. Werken met mannen en jongens om normen, houdingen en gedrag te veranderen, is van cruciaal belang voor het bestrijden van straatintimidatie. Sinds het programma Safe Streets in het najaar van 2017 is gestart zijn verschillende gemeenten begonnen met het serieus aanpakken van straatintimidatie, waaronder Utrecht, Castricum, Heiloo, Velsen en Almere. Verschillende anderen staan op het punt lid te worden. Uiteindelijk hoopt UN Women dat alle gemeenten ‘Safe Streets’ hebben, voor alle vrouwen en meisjes.

Dit artikel is geschreven door Dr. Åsa Ekvall, projectcoördinator Safe Streets.

Gerelateerd

  • Woede om opmerking Indiase premier

  • Zoe Karssen en Daphne Groeneveld slaan handen ineen

  • Wat trek jij aan met Koningsdag?

  • Zo ga je zakelijk gekleed tijdens warm weer