Met het aantal vrouwen dat een hoge functie vervult in de wetenschap is het treurig gesteld. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) wil hier verandering in brengen door in 2017 twee extra verkiezingsrondes te houden en hierbij in totaal zestien vrouwelijke topwetenschappers te selecteren voor het lidmaatschap van de KNAW.

De leden worden gekozen op voordracht van wetenschappers binnen en buiten de Akademie. Ze blijven de rest van hun leven lid.

Directe aanleiding voor het initiatief is dat het op 10 februari 2017 precies honderd jaar geleden is dat Johanna Westerdijk van de Universiteit Utrecht haar oratie uitsprak. De plantenziektekundige, oud-directeur van het Centraalbureau voor Schimmelcultures van de KNAW, werd daarmee de eerste vrouwelijke hoogleraar van ons land.

De KNAW heeft op dit moment 556 leden, waarvan 13 procent vrouw is. Kijkend naar de leden onder de 65 jaar is het percentage met 24 procent iets gunstiger dan het landelijk gemiddelde van vrouwelijke hoogleraren, dat op 17,1 procent staat.

Met deze extra ronde wil de KNAW een inhaalslag maken. Daarbij hoopt de organisatie ook een vliegwieleffect in gang te zetten: als het aantal vrouwelijke leden groeit, neemt de kans toe dat excellente vrouwelijke onderzoekers opvallen en worden voorgedragen.

“We hoeven geen concessies te doen aan de wetenschappelijke kwaliteit”, laat president van de KNAW José van Dijck aan UT Nieuws weten. “Er zijn genoeg excellente vrouwelijke wetenschappers. Dat willen we op deze manier benadrukken.”