De overgang: onbekend en taboe
Het Amsterdam UMC investeert in en werkt mee aan een onderzoeksproject dat over de levensfase van de overgang in relatie tot werk gaat. Medewerkers van dit ziekenhuis krijgen ondersteuning aangeboden.
Marjolein Verburgh studeerde medische antropologie. Ze is in dienst van Amsterdam UMC als uitvoerend onderzoeker betrokken. “De deelnemers ondersteunen wij op drie manieren. Elke vrouw gaat twee keer een uur naar een overgangsconsulent, die haar alle medische informatie kan geven over de overgang en tips om daar mee om te gaan. De consulent meet ook haar bloeddruk en doet een aantal andere metingen, die samen met een ingevulde vragenlijst inzicht kunnen bieden in risico’s voor hart- en vaatziekten, waar vrouwen in deze fase extra gevoelig voor zijn.”
Balans
Daarnaast bezoekt een deelneemster drie keer een uur een work-life coach, die haar helpt om een beter balans te vinden tussen werk en privéleven. Deze ondersteuning is vooral van mentale aard. Ook gaan de deelnemers drie keer een uur aan de slag met een wandelcoach of personal trainer. De meeste vrouwen kiezen voor een wandelcoach.
Verburgh: “De deelnemende vrouwen werken in het ziekenhuis als voedingsassistent, schoonmaker of administratief medewerker. Het zijn vrouwen die over het algemeen minder regelvrijheid hebben. Daarom is de overgang voor hen extra zwaar: ze hebben bijvoorbeeld niet de mogelijkheid om na een slechte nacht ’s avonds nog even door te werken om dan de volgende ochtend uit te kunnen slapen, zoals leidinggevenden met wat meer regelvrijheid.”
Volgens Verburgh heeft het onderzoeksproject drie doelstellingen. “De overgang kan de kwaliteit van leven en werk negatief beïnvloeden. Wij willen weten welke rol de werkgever daarin kan spelen. We willen ook onderzoeken hoe we deze specifieke doelgroep beter kunnen benaderen en bereiken. Bovendien willen we meer leren over de verhoogde risico’s op hart- en vaatziekten, zodat we die in de toekomst beter kunnen behandelen.”
Het onderzoeksproject loopt tot einde dit jaar. Inmiddels doen er 44 vrouwen aan mee, die in een periode van een paar maanden de drie trajecten doorlopen. In totaal kunnen 75 vrouwen meedoen.
Duivel
Een van deelnemers is Mantie Camara (53). Ze werkt als voedingsassistente in het ziekenhuis en heeft West-Afrikaanse roots. “Ik ben geboren in Guinee en opgegroeid in Sierra Leone. Ik kom uit een polygame cultuur: mijn vader had vier vrouwen. In 1991 ben ik naar Nederland gekomen.”
Toen Mantie Camara in Nederland kwam wist ze nagenoeg niets over de overgang. “Ik kom uit een zwijgcultuur: praat niet over dingen en hou ze voor je, is de traditie. In 1987 kwam mijn moeder huilend naar me toe. Ze zei: ‘Ik ben ziek, er is een duivel in mij. Mijn menstruatie is helemaal veranderd en ’s nachts word ik zweterig. Ik denk dat ik dood ga!’ In Sierra Leone zijn bijna geen medische voorzieningen. Als je daar bloed ziet, denk je meteen aan de dood.”
Toen ze voor het eerst ongesteld werd, vertelde haar moeder haar dat ze nu een vrouw was en als ze nu een man aanraakte meteen zwanger was. “Ik was bijna achttien toen ik in Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone, voor het eerst tampons en maandverband zag. Dat kende ik helemaal niet. Als je als meisje of vrouw ongesteld was droeg je een doek in je broek, dat je tijdens het baden stiekem moest wassen en aan niemand mocht laten zien. Als je zo deed, was je een goede huisvrouw.”
Ook in Nederland was het verschijnsel overgang haar geheel onbekend. “Ik wist er helemaal niks van. Ik heb een hele lieve huisarts. Toen ik 43 was ging ik naar hem toe. Ik zei: ‘Ik denk dat ik in brand sta. Het voelt alsof iemand mij ’s nachts met een lucifer in brand steekt. Ik ben bang dokter, misschien ga ik dood.’ Toen zei hij: ‘Nee mevrouw, u gaat niet dood. Het is de overgang!’
Vrouw gaat vliegen
Verburgh: “Toen wij dit aan het opstarten waren, heb ik met schoonmakers van VUmc gepraat of er animo zou zijn. Toen ik over de overgang begon, zag ik aan hun gezichten dat ze niet wisten waar ik het over had. Pas toen ik het Engelse woord menopause gebruikte gingen er wat belletjes rinkelen.”
Mantie Gamara: “Ik liep een keer over de gang van de zevende verdieping. Toen kwam er een schoonmaker naar me toe. Die zei: ‘Die Surinaamse daar, die gaat vliegen!’ Ik dacht er gaat vandaag iets heel raars gebeuren, een vrouw gaat vliegen! Maar ze had een opvlieger!’”
De verhalen bewijzen de noodzaak van dit traject. Verburgh: “Dat we deze ondersteuning kunnen aanbieden aan vrouwen met zoveel verschillende achtergronden maakt het project zo interessant.”
Gamara behoort tot Mandingo8-volk. “Bij ons is het gewoon dat als een vrouw in de overgang is en geen zin meer heeft in seks, hij een tweede vrouw neemt. Zo ben ik opgevoed. Ik vind dat normaal. Ik zie dat nu ook al in Nederland gebeuren.”
Verburgh: “Er zijn heel veel verschillende overgangssymptomen en één daarvan is de afname in zin in seks. Dat heeft consequenties voor de liefdesrelaties in diverse culturen. De overgang kan ook het werkvermogen beïnvloeden. Het kan invloed hebben op het geheugen en kan vergeetachtigheid veroorzaken. Daar is nog niet zoveel over bekend.”
Nicole van Nimwegen is als programma-manager duurzame inzetbaarheid verantwoordelijk voor dit project. “De onderzoekers hebben ons gevraagd hieraan deel te nemen. Wij hebben als werkgever aangegeven dat we dit een heel mooi programma vinden. Dat is de reden dat wij deelnemen aan dit onderzoek.”
Mantie Gamara: “Ik wil nog zoveel over de overgang weten! Daarom doe ik mee aan dit project.”
Verburgh: “Eind dit jaar zijn alle gegevens verzameld en dan hebben wij tot mei 2020 de tijd om die te analyseren. Er komt een evaluatierapport en er zullen wetenschappelijke publicaties verschijnen.”
Dit artikel is geschreven door Jos Verdonk van HealthyWoman.